technology
22 sep 2025
Rob Lenssen Ultraloper
Rob Lenssen Ultraloper
Rob Lenssen uit Oosterwolde is geen doorsnee hardloper. Waar de meeste mensen al onder de indruk zijn van een halve marathon, loopt hij met gemak honderd kilometer, en zaterdag 4 okt zelfs 100 mijl.
Rob Lenssen uit Oosterwolde is geen doorsnee hardloper. Waar de meeste mensen al onder de indruk zijn van een halve marathon, loopt hij met gemak honderd kilometer, en zaterdag 4 okt zelfs 100 mijl.
Ultraloper Rob (61) uit Oosterwolde overschrijdt grenzen: ‘Ons lichaam kan zoveel meer dan we denken’
Rob Lenssen uit Oosterwolde is geen doorsnee hardloper. Waar de meeste mensen al onder de indruk zijn van een halve marathon, loopt hij met gemak honderd kilometer, en zaterdag 4 oktober zelfs 100 mijl.
„Dat is 160 kilometer hardlopen aan één stuk”, legt de 61-jarige Lenssen uit. Hij is het levende bewijs dat leeftijd geen beperking hoeft te zijn. „We zijn als mensen tot zoveel meer in staat dan we denken. Zelfs op latere leeftijd.”
Lenssen groeide op in Zuid-Limburg en studeerde luchtvaart- en ruimtevaarttechniek aan de TU Delft. Zijn werk bracht hem langs verschillende plekken in Nederland: Delft, Almelo, Haarlem.
In 1996 streek hij met zijn gezin neer in Oosterwolde, waar hij nog steeds woont. Tegenwoordig werkt hij naast alle looptrainingen als leidinggevende bij GKN Fokker in Hoogeveen, waar hij een groep engineers aanstuurt.
Per ongeluk begonnen
Sport speelde in Lenssens jonge jaren geen grote rol. „Ik heb nooit echt gesport, op wat handboogschieten na. Hardlopen, was niks voor mij dacht ik toen.”
Dat veranderde dankzij zijn kinderen. Zij liepen bij loopsportvereniging Invictus in Appelscha en deden mee aan wedstrijden zoals de Van der Veen en Kromhoutloop, de Acht van Assen en de Cascaderun.
„Soms deed ik dan ook mee. Beetje trainen, een wedstrijdje lopen, en dat was het dan weer.” Maar het bleek hem goed af te gaan, en het smaakte naar meer. Zo begon hij, eind veertig, met regelmatiger hardlopen.
De grote omslag kwam toen zijn nichtje een halve marathon liep. „Ik feliciteerde haar, en vroeg: ‘Wanneer loop je de marathon?’ Zij zei: ‘Zullen we over 1,5 jaar samen een marathon lopen?’ En toen dacht ik: waarom ook niet?”
Zeven weken voor die marathon liep Lenssen spontaan de Enschede Marathon mee met een groep van Invictus. „En zo had ik in één keer twee marathons te pakken. Ik had de conditie inmiddels wel.”
Van marathons naar ultralopen
Als tiener had Rob al gevoel voor lange afstanden. Hij liep meerdere keren de Kennedy Mars, een wandeltocht van 80 kilometer binnen 20 uur.
Ook fietste hij ooit van Limburg naar Haarlem in één dag, om de volgende ochtend vroeg weer te gaan makreelvissen in IJmuiden. „Die uitdagingen vond ik altijd leuk. Hoe ver kun je gaan? Wat is mogelijk?”
Na de marathon stelde hij zichzelf dezelfde vraag. „Ik deed twee keer een 6-uursloop, en daarna twee keer 100 kilometer. De eerste keer was in 2021 in Noord-Beieren. Dit jaar loop ik daar de 100 mijl.”
Die race is bijzonder: een punt-tot-puntloop waarbij je als ‘boodschapper’ wordt uitgezwaaid met fakkels, paarden en ridders. „Het is een beleving. Je loopt van stad naar stad, langs een rivier, met weinig hoogtemeters. Een mooie eerste 100-mijlswedstrijd.”
Hoe train je voor 100 mijl? „Dat is heel veel rustige kilometers maken”, legt Lenssen uit. Hij traint zes dagen per week en rust één dag uit. Op dinsdag doet hij tempo’s bij Invictus, de rest van de week loopt hij veel zelf. „Ik probeer 100 kilometer per week te halen. Op zondagochtend om 10 uur lopen we met een groepje bij Staatsbosbeheer. Dan ren ik erheen en weer terug, dan zit je zo aan de 30 kilometer.”
Voeding en herstel
Zijn voeding is afgestemd op het ultralopen: weinig snoep, geen alcohol, veel aandacht voor herstel na het lopen en voldoende nachtrust. Tijdens de ultrawedstrijden let hij op zijn inname: „Ik streef naar 90 gram koolhydraten per uur, met voldoende zout en eiwitten. Ik neem capsules, gebruik gelletjes en varieer veel.”
Hoewel veel ultralopers kampen met maagproblemen, heeft Lenssen daar geen last van. „Misschien omdat ik niet overdrijf en blijf variëren. Tijdens een race at ik eens drie bakjes aardappelpuree. Kale puree, maar het deed me zo goed. Sindsdien denk ik: kom ik onderweg iets tegen dat goed voelt? Dan neem ik het. Zelfs chocolade. Snoepen mag, als je 100 kilometer loopt.”

De mentale kant
Waar veel lopers struikelen over de mentale barrière, lijkt Lenssen daar nauwelijks last van te hebben. ,,Mensen vragen me: hoe hou je het vol? Maar ik vind het oprecht leuk. Die 100 kilometer vliegt voorbij. Autorijden van drie uur vind ik zwaarder.”
Hij doet dan ook geen speciale mentale training. „Ik ben nieuwsgierig: wat kom ik onderweg tegen? Hoe voelt het op 130 kilometer? Dat motiveert.”
Hij herinnert zich geen echte mentale dips. „Natuurlijk doen je benen pijn, maar ik kan altijd blijven lopen. Moeilijker vind ik de nachten na een race. Dan lig ik wakker, hartslag hoog, benen moe. Slapen lukt dan nauwelijks.”
Leeftijd is geen excuus
Lenssen hoopt anderen te inspireren met zijn verhaal. „Ik hoor zo vaak: ‘denk aan je leeftijd’. Maar waarom? Als je lichaam gezond is, kan het zóveel meer. Afgelopen jaar liep ik PR’s op de tien kilometer, de marathon, de 100 kilometer én de vijf kilometer. Dat is niet vanzelfsprekend op je zestigste, maar het kan wel.”
Zijn advies aan beginnende ultralopers: „Bouw rustig op. Leer langzaam te lopen. Zeg niet: over een half jaar loop ik een ultra. Verdiep je in de sport, lees boeken, luister podcasts, leer van anderen. Wees vooral consistent. Dat is de sleutel.”
De bergen in
Hoewel Lenssen vooral weg-ultra’s heeft gelopen, lonken de bergen. „Dat lijkt me echt iets anders. Prachtige omgevingen, single tracks, klimmen en dalen. Dat hoeft niet per se in wedstrijdvorm. Een vakantie met mooie trails lijkt me ook geweldig.”
Ultralopen bevestigt voor Lenssen wat hij altijd al dacht: „we zijn als mens niet beperkt door ons lichaam, maar door wat we denken dat mogelijk is. Leeftijd is echt maar een getal. Als ik iets kan meegeven: blijf in beweging. Zelfs op je zestigste kun je nog je grenzen verleggen. Ga niet achter de geraniums zitten. Je kunt zoveel meer dan je denkt.”
Ultraloper Rob (61) uit Oosterwolde overschrijdt grenzen: ‘Ons lichaam kan zoveel meer dan we denken’
Rob Lenssen uit Oosterwolde is geen doorsnee hardloper. Waar de meeste mensen al onder de indruk zijn van een halve marathon, loopt hij met gemak honderd kilometer, en zaterdag 4 oktober zelfs 100 mijl.
„Dat is 160 kilometer hardlopen aan één stuk”, legt de 61-jarige Lenssen uit. Hij is het levende bewijs dat leeftijd geen beperking hoeft te zijn. „We zijn als mensen tot zoveel meer in staat dan we denken. Zelfs op latere leeftijd.”
Lenssen groeide op in Zuid-Limburg en studeerde luchtvaart- en ruimtevaarttechniek aan de TU Delft. Zijn werk bracht hem langs verschillende plekken in Nederland: Delft, Almelo, Haarlem.
In 1996 streek hij met zijn gezin neer in Oosterwolde, waar hij nog steeds woont. Tegenwoordig werkt hij naast alle looptrainingen als leidinggevende bij GKN Fokker in Hoogeveen, waar hij een groep engineers aanstuurt.
Per ongeluk begonnen
Sport speelde in Lenssens jonge jaren geen grote rol. „Ik heb nooit echt gesport, op wat handboogschieten na. Hardlopen, was niks voor mij dacht ik toen.”
Dat veranderde dankzij zijn kinderen. Zij liepen bij loopsportvereniging Invictus in Appelscha en deden mee aan wedstrijden zoals de Van der Veen en Kromhoutloop, de Acht van Assen en de Cascaderun.
„Soms deed ik dan ook mee. Beetje trainen, een wedstrijdje lopen, en dat was het dan weer.” Maar het bleek hem goed af te gaan, en het smaakte naar meer. Zo begon hij, eind veertig, met regelmatiger hardlopen.
De grote omslag kwam toen zijn nichtje een halve marathon liep. „Ik feliciteerde haar, en vroeg: ‘Wanneer loop je de marathon?’ Zij zei: ‘Zullen we over 1,5 jaar samen een marathon lopen?’ En toen dacht ik: waarom ook niet?”
Zeven weken voor die marathon liep Lenssen spontaan de Enschede Marathon mee met een groep van Invictus. „En zo had ik in één keer twee marathons te pakken. Ik had de conditie inmiddels wel.”
Van marathons naar ultralopen
Als tiener had Rob al gevoel voor lange afstanden. Hij liep meerdere keren de Kennedy Mars, een wandeltocht van 80 kilometer binnen 20 uur.
Ook fietste hij ooit van Limburg naar Haarlem in één dag, om de volgende ochtend vroeg weer te gaan makreelvissen in IJmuiden. „Die uitdagingen vond ik altijd leuk. Hoe ver kun je gaan? Wat is mogelijk?”
Na de marathon stelde hij zichzelf dezelfde vraag. „Ik deed twee keer een 6-uursloop, en daarna twee keer 100 kilometer. De eerste keer was in 2021 in Noord-Beieren. Dit jaar loop ik daar de 100 mijl.”
Die race is bijzonder: een punt-tot-puntloop waarbij je als ‘boodschapper’ wordt uitgezwaaid met fakkels, paarden en ridders. „Het is een beleving. Je loopt van stad naar stad, langs een rivier, met weinig hoogtemeters. Een mooie eerste 100-mijlswedstrijd.”
Hoe train je voor 100 mijl? „Dat is heel veel rustige kilometers maken”, legt Lenssen uit. Hij traint zes dagen per week en rust één dag uit. Op dinsdag doet hij tempo’s bij Invictus, de rest van de week loopt hij veel zelf. „Ik probeer 100 kilometer per week te halen. Op zondagochtend om 10 uur lopen we met een groepje bij Staatsbosbeheer. Dan ren ik erheen en weer terug, dan zit je zo aan de 30 kilometer.”
Voeding en herstel
Zijn voeding is afgestemd op het ultralopen: weinig snoep, geen alcohol, veel aandacht voor herstel na het lopen en voldoende nachtrust. Tijdens de ultrawedstrijden let hij op zijn inname: „Ik streef naar 90 gram koolhydraten per uur, met voldoende zout en eiwitten. Ik neem capsules, gebruik gelletjes en varieer veel.”
Hoewel veel ultralopers kampen met maagproblemen, heeft Lenssen daar geen last van. „Misschien omdat ik niet overdrijf en blijf variëren. Tijdens een race at ik eens drie bakjes aardappelpuree. Kale puree, maar het deed me zo goed. Sindsdien denk ik: kom ik onderweg iets tegen dat goed voelt? Dan neem ik het. Zelfs chocolade. Snoepen mag, als je 100 kilometer loopt.”

De mentale kant
Waar veel lopers struikelen over de mentale barrière, lijkt Lenssen daar nauwelijks last van te hebben. ,,Mensen vragen me: hoe hou je het vol? Maar ik vind het oprecht leuk. Die 100 kilometer vliegt voorbij. Autorijden van drie uur vind ik zwaarder.”
Hij doet dan ook geen speciale mentale training. „Ik ben nieuwsgierig: wat kom ik onderweg tegen? Hoe voelt het op 130 kilometer? Dat motiveert.”
Hij herinnert zich geen echte mentale dips. „Natuurlijk doen je benen pijn, maar ik kan altijd blijven lopen. Moeilijker vind ik de nachten na een race. Dan lig ik wakker, hartslag hoog, benen moe. Slapen lukt dan nauwelijks.”
Leeftijd is geen excuus
Lenssen hoopt anderen te inspireren met zijn verhaal. „Ik hoor zo vaak: ‘denk aan je leeftijd’. Maar waarom? Als je lichaam gezond is, kan het zóveel meer. Afgelopen jaar liep ik PR’s op de tien kilometer, de marathon, de 100 kilometer én de vijf kilometer. Dat is niet vanzelfsprekend op je zestigste, maar het kan wel.”
Zijn advies aan beginnende ultralopers: „Bouw rustig op. Leer langzaam te lopen. Zeg niet: over een half jaar loop ik een ultra. Verdiep je in de sport, lees boeken, luister podcasts, leer van anderen. Wees vooral consistent. Dat is de sleutel.”
De bergen in
Hoewel Lenssen vooral weg-ultra’s heeft gelopen, lonken de bergen. „Dat lijkt me echt iets anders. Prachtige omgevingen, single tracks, klimmen en dalen. Dat hoeft niet per se in wedstrijdvorm. Een vakantie met mooie trails lijkt me ook geweldig.”
Ultralopen bevestigt voor Lenssen wat hij altijd al dacht: „we zijn als mens niet beperkt door ons lichaam, maar door wat we denken dat mogelijk is. Leeftijd is echt maar een getal. Als ik iets kan meegeven: blijf in beweging. Zelfs op je zestigste kun je nog je grenzen verleggen. Ga niet achter de geraniums zitten. Je kunt zoveel meer dan je denkt.”
Ultraloper Rob (61) uit Oosterwolde overschrijdt grenzen: ‘Ons lichaam kan zoveel meer dan we denken’
Rob Lenssen uit Oosterwolde is geen doorsnee hardloper. Waar de meeste mensen al onder de indruk zijn van een halve marathon, loopt hij met gemak honderd kilometer, en zaterdag 4 oktober zelfs 100 mijl.
„Dat is 160 kilometer hardlopen aan één stuk”, legt de 61-jarige Lenssen uit. Hij is het levende bewijs dat leeftijd geen beperking hoeft te zijn. „We zijn als mensen tot zoveel meer in staat dan we denken. Zelfs op latere leeftijd.”
Lenssen groeide op in Zuid-Limburg en studeerde luchtvaart- en ruimtevaarttechniek aan de TU Delft. Zijn werk bracht hem langs verschillende plekken in Nederland: Delft, Almelo, Haarlem.
In 1996 streek hij met zijn gezin neer in Oosterwolde, waar hij nog steeds woont. Tegenwoordig werkt hij naast alle looptrainingen als leidinggevende bij GKN Fokker in Hoogeveen, waar hij een groep engineers aanstuurt.
Per ongeluk begonnen
Sport speelde in Lenssens jonge jaren geen grote rol. „Ik heb nooit echt gesport, op wat handboogschieten na. Hardlopen, was niks voor mij dacht ik toen.”
Dat veranderde dankzij zijn kinderen. Zij liepen bij loopsportvereniging Invictus in Appelscha en deden mee aan wedstrijden zoals de Van der Veen en Kromhoutloop, de Acht van Assen en de Cascaderun.
„Soms deed ik dan ook mee. Beetje trainen, een wedstrijdje lopen, en dat was het dan weer.” Maar het bleek hem goed af te gaan, en het smaakte naar meer. Zo begon hij, eind veertig, met regelmatiger hardlopen.
De grote omslag kwam toen zijn nichtje een halve marathon liep. „Ik feliciteerde haar, en vroeg: ‘Wanneer loop je de marathon?’ Zij zei: ‘Zullen we over 1,5 jaar samen een marathon lopen?’ En toen dacht ik: waarom ook niet?”
Zeven weken voor die marathon liep Lenssen spontaan de Enschede Marathon mee met een groep van Invictus. „En zo had ik in één keer twee marathons te pakken. Ik had de conditie inmiddels wel.”
Van marathons naar ultralopen
Als tiener had Rob al gevoel voor lange afstanden. Hij liep meerdere keren de Kennedy Mars, een wandeltocht van 80 kilometer binnen 20 uur.
Ook fietste hij ooit van Limburg naar Haarlem in één dag, om de volgende ochtend vroeg weer te gaan makreelvissen in IJmuiden. „Die uitdagingen vond ik altijd leuk. Hoe ver kun je gaan? Wat is mogelijk?”
Na de marathon stelde hij zichzelf dezelfde vraag. „Ik deed twee keer een 6-uursloop, en daarna twee keer 100 kilometer. De eerste keer was in 2021 in Noord-Beieren. Dit jaar loop ik daar de 100 mijl.”
Die race is bijzonder: een punt-tot-puntloop waarbij je als ‘boodschapper’ wordt uitgezwaaid met fakkels, paarden en ridders. „Het is een beleving. Je loopt van stad naar stad, langs een rivier, met weinig hoogtemeters. Een mooie eerste 100-mijlswedstrijd.”
Hoe train je voor 100 mijl? „Dat is heel veel rustige kilometers maken”, legt Lenssen uit. Hij traint zes dagen per week en rust één dag uit. Op dinsdag doet hij tempo’s bij Invictus, de rest van de week loopt hij veel zelf. „Ik probeer 100 kilometer per week te halen. Op zondagochtend om 10 uur lopen we met een groepje bij Staatsbosbeheer. Dan ren ik erheen en weer terug, dan zit je zo aan de 30 kilometer.”
Voeding en herstel
Zijn voeding is afgestemd op het ultralopen: weinig snoep, geen alcohol, veel aandacht voor herstel na het lopen en voldoende nachtrust. Tijdens de ultrawedstrijden let hij op zijn inname: „Ik streef naar 90 gram koolhydraten per uur, met voldoende zout en eiwitten. Ik neem capsules, gebruik gelletjes en varieer veel.”
Hoewel veel ultralopers kampen met maagproblemen, heeft Lenssen daar geen last van. „Misschien omdat ik niet overdrijf en blijf variëren. Tijdens een race at ik eens drie bakjes aardappelpuree. Kale puree, maar het deed me zo goed. Sindsdien denk ik: kom ik onderweg iets tegen dat goed voelt? Dan neem ik het. Zelfs chocolade. Snoepen mag, als je 100 kilometer loopt.”

De mentale kant
Waar veel lopers struikelen over de mentale barrière, lijkt Lenssen daar nauwelijks last van te hebben. ,,Mensen vragen me: hoe hou je het vol? Maar ik vind het oprecht leuk. Die 100 kilometer vliegt voorbij. Autorijden van drie uur vind ik zwaarder.”
Hij doet dan ook geen speciale mentale training. „Ik ben nieuwsgierig: wat kom ik onderweg tegen? Hoe voelt het op 130 kilometer? Dat motiveert.”
Hij herinnert zich geen echte mentale dips. „Natuurlijk doen je benen pijn, maar ik kan altijd blijven lopen. Moeilijker vind ik de nachten na een race. Dan lig ik wakker, hartslag hoog, benen moe. Slapen lukt dan nauwelijks.”
Leeftijd is geen excuus
Lenssen hoopt anderen te inspireren met zijn verhaal. „Ik hoor zo vaak: ‘denk aan je leeftijd’. Maar waarom? Als je lichaam gezond is, kan het zóveel meer. Afgelopen jaar liep ik PR’s op de tien kilometer, de marathon, de 100 kilometer én de vijf kilometer. Dat is niet vanzelfsprekend op je zestigste, maar het kan wel.”
Zijn advies aan beginnende ultralopers: „Bouw rustig op. Leer langzaam te lopen. Zeg niet: over een half jaar loop ik een ultra. Verdiep je in de sport, lees boeken, luister podcasts, leer van anderen. Wees vooral consistent. Dat is de sleutel.”
De bergen in
Hoewel Lenssen vooral weg-ultra’s heeft gelopen, lonken de bergen. „Dat lijkt me echt iets anders. Prachtige omgevingen, single tracks, klimmen en dalen. Dat hoeft niet per se in wedstrijdvorm. Een vakantie met mooie trails lijkt me ook geweldig.”
Ultralopen bevestigt voor Lenssen wat hij altijd al dacht: „we zijn als mens niet beperkt door ons lichaam, maar door wat we denken dat mogelijk is. Leeftijd is echt maar een getal. Als ik iets kan meegeven: blijf in beweging. Zelfs op je zestigste kun je nog je grenzen verleggen. Ga niet achter de geraniums zitten. Je kunt zoveel meer dan je denkt.”



Meer van Invinctus
Meer van Invinctus

29 sep 2025
NOS 25-09-2025
De Invictus-atleten hebben afgelopen weekend op diverse locaties indrukwekkende prestaties geleverd. Van de marathon in Berlijn tot survivalruns in Udenhout.

29 sep 2025
NOS 25-09-2025
De Invictus-atleten hebben afgelopen weekend op diverse locaties indrukwekkende prestaties geleverd. Van de marathon in Berlijn tot survivalruns in Udenhout.

15 sep 2025
Roggeberg Trail foto's - Anke Ebbens
Roggenberg Trail foto's van Anke Ebbens

15 sep 2025
Roggeberg Trail foto's - Anke Ebbens
Roggenberg Trail foto's van Anke Ebbens
Aanmelden voor
de nieuwsbrief
Aanmelden voor
de nieuwsbrief
Copyright © 2025 – Loopsport Vereniging Invictus
Realisatie
Copyright © 2025 – Loopsport Vereniging Invictus
Realisatie
Copyright © 2025 –
Loopsport Vereniging Invictus
Realisatie